Trailerbouwer haalt frees- en draaiwerk terug in eigen huis
TCO, total cost of ownership, is het sleutelwoord in de verkoopgesprekken van D-Tec in Kesteren. De trailerbouwer heeft zich bij de investering in zowel een Mazak horizontaal bewerkingscentrum als een CNC-draaibank eveneens laten leiden door dit begrip. Dankzij deze investering kan D-Tec zowel het draaiwerk als het grotere freeswerk in-sourcen, wat vooral de flexibiliteit ten goede komt. Jaarlijks verkoopt D-Tec honderden trailers in heel Europa. “Onze chassis zijn sterker maar toch ook lichter; onze coatingbehandelingen steken boven de rest uit. De levensduur van de D-Tec trailers is daardoor langer. Ze zijn duurder in aanschaf, maar als je naar de total cost of ownership kijkt, komen ze vaak als beste uit de bus”, zegt Dennis Franken, asset manager bij de dochteronderneming van de Vlastuin Group.
Of het nu om een uitschuifbare containertrailer gaat; een compleet opgebouwde trailer met tank en pompen, een lichtgewicht kipper in aluminium of een ijzersterke versie gebouwd met Hardox hoogsterktestaal, de duurzaamheid van de trailers uit Kesteren trekt klanten over de streep. “Ze gaan tot wel twintig jaar mee.”
Maatwerk met standaard
D-Tec ontwikkelt en bouwt de chassis voor de trailers zelf. Van lasersnijden van plaat, kanten, lassen, verspanen tot en met de assemblage en eventueel het spuitwerk in de kleuren en het design van de klant. Bij een tankwagen komen daar nog inkoopdelen bij, zoals pompen, veiligheidssystemen, eventueel tankvaten en die zichzelf reinigen en andere opties. Franken: “Vroeger bouwden we veel maatwerk, tegenwoordig sturen we iets meer op standaardisatie, vooral bij de containertrailers, om zo de druk bij engineering en de fabriek weg te halen. Productie-uren kosten veel geld; je bent sneller en goedkoper als je standaardoplossingen kunt aanbieden.” De trailermarkt is namelijk gevoelig voor economisch nieuws. D-Tec werkt ordergestuurd: een chassis en trailer gaan pas in productie als er een order tegenover staat. “Als de economie ook maar het kleinste deukje oploopt, merken wij dat direct. Komen er minder containers de haven binnen, dan zetten vervoerders meteen de rem op de aanschaf van nieuwe chassis.” Flexibiliteit is daarom een van de uitdagingen die D-Tec in de productie ervaart.
Dubbele machine-investering
D-Tec verwerkt in de trailers de nodige draai- en freesdelen. De freesdelen heeft men altijd in eigen huis gemaakt; draaidelen werden tot een half jaar geleden ingekocht bij een lokale leverancier, maar die heeft aangegeven op termijn te gaan stoppen. Voor de asset manager van D-Tec was dit een jaar geleden, toen het horizontale bewerkingscentrum vervangen moest worden. Een reden om breder naar het verspaningswerk te kijken. Behalve dat D-Tec al het draaiwerk uitbesteedt, gold dat ook voor het grotere freeswerk. "We doen veel freeswerk als toeleverancier. De grotere onderdelen pasten echter niet op onze oude machine en lieten we daarom extern maken. Ik heb daarom de ROI berekend als we het zelf zouden doen en het bleek te lonen om te investeren in een grotere horizontale machine en een eigen draaibank”, legt Franken uit.
In deze ROI-berekening heeft hij rekening gehouden met het feit dat je op een groter horizontaal bewerkingscentrum met hogere spantorens kunt werken; dus meer uren onbemand frezen. Daarnaast heeft hij de verloren omzet door onnodige machinestilstand meegenomen in zijn ROI-berekening. “De vorige machine stond wel eens enkele weken stil omdat we moesten wachten op reserve-onderdelen. Dat betekent omzetverlies.” Op basis van deze berekeningen wist hij de directeur-eigenaar te overtuigen om te investeren in zowel een CNC-draaimachine als een groter horizontaal bewerkingscentrum. “We hoeven niet per se goedkoper te zijn dan wanneer we extern inkopen, maar als je inhouse produceert, ben je veel flexibeler.” TCO en ROI waren voor D-Tec uiteindelijk leidend bij de dubbele investering. Een half jaar geleden zijn de nieuwe Mazak HCN-8800 en de QUICK TURN 200MSY-draaibank met stafaanvoer geïnstalleerd. Een forse investering, geeft hij toe. Maar net zoals D-Tecklanten naar de TCO van een trailer kijken, heeft Franken zich bij de investering in de twee CNC-machines eveneens laten leiden door de total cost of ownership. “We wilden kwaliteit kopen. Als de machine stilstaat omdat een onderdeel er niet is, kost dat ook geld. Het onderdelenmagazijn van Mazak in België sprak ons wat dit betreft erg aan.” Doorslaggevend was uiteindelijk de ervaring die een van de klanten van de trailerbouwer met Mazak had.
Hogere spantorens
De ingebruikname van het horizontale bewerkingscentrum Mazak HCN-8800, met palletafmeting van 800 bij 800 mm, is vrij soepel gegaan. Samen met Mazak is gekozen voor Esprit als CAD/CAM-software; azak heeft alle noodzakelijke connecties met de dataserver van D-Tec gemaakt. Het extra gereedschappenmagazijn met 120 posities geeft de mogelijkheid om zustergereedschappen te plaatsen, die automatisch gekozen worden zonder dat de operator aan de machine hoeft te staan. Bij de plaatsing is rekening gehouden met eventueel een robotmagazijn in de toekomst. “Voorlopig hebben we dat niet nodig. Naast de opspantoren met componenten die bewerkt worden, zetten we nog een tweede toren klaar die automatisch wisselt.” Eind van de middag zet de operator de spantorens vol met producten, zodat de machine in de avonduren door kan gaan met frezen. Ondertussen komt ook de eigen productie van de grotere werkstukken op stoom en hoeven deze steeds minder uitbesteed te worden. “We hebben hier eerst de mallen voor moeten maken”, legt Franken uit. Een van deze grotere producten is een grijperbak, die D-Tec voor een klant in meerdere formaten bewerkt. Met de nieuwe opspanning zijn deze verschillende maten nu met één mal op te spannen op de HCN-8800. “Nu kunnen we de productie hiervan terug in eigen huis halen.”
CNC-draaien: andere dicipline
De stap naar het zelf draaien van componenten heeft meer voeten in de aarde gehad. Binnen D-Tec was er amper kennis op het vlak van CNC-draaien. “Daarmee zijn we wel in een gat gesprongen”, zegt Franken. Samen met Mazak is deze stap goed voorbereid. Allereerst door te onderzoeken of alle onderdelen op de Quick Turn 200MSY (met Smooth G-besturing) gemaakt kunnen worden. Ten tweede door een van de medewerkers die een beetje ervaring met draaien had op cursus te sturen. “We hebben alle kennis in het bedrijf bijeengehaald en de mensen van de vloer erbij betrokken. Misschien hebben we deze leercurve onderschat en duurt het langer dan we gedacht hadden. Draaien is toch een andere discipline dan frezen. We geven onze medewerkers echter de ruimte zich te ontwikkelen.” Ondertussen komt de productie van draaidelen op gang. D-Tec wil zelfs een eerste uitbreiding op de Quick Turn 200MSY doen. De draaibank met overnamespil en stafaanvoer is gekocht in een uitvoering met een enkele APC (automatic parts collector). Als het laatste product van een stang wordt afgestoken, werpt de machine het reststukje materiaal in de hoofdspil uit en dat valt in de spanentransporteur. “Die kan hierdoor vastlopen waarna de hele machine stopt. Daarom willen we nog een tweede APC, zodat het reststukje via de transportband buiten de machine wordt afgevoerd.” De bewerkingen die D-Tec ’s avonds op de Quick Turn 200MSY doet, zijn relatief kort. De stangenlader in combinatie met de beide APC’s en de transportband leveren wel elke dag een aantal extra productie-uren op, buiten de normale werkuren.